zaterdag 8 mei 2010

Memorial, Installation with sound



Memorial, 1995-2010
Installatie met geluid
Expositie
Homo Bulla est / de Mens is een Zeepbel (Dood)
Arti, Amsterdam 7 Mei - 6 Juni 2010
Curators: Harrie Hageman, Frank Lisser en Popel Coumou

De vijf zinken vormen roepen funeraire herinneringen op. Het lijken grijze sarcofagen of sombere en mysterieuze artefacten voor rituele reiniging. Doordat ze rechtop staan vormen ze ook een soort oor, een ontvangststation. Maar wat ontvangen ze? Signalen uit het verleden? De lege schalen fungeren ook als klankkasten.

Memorial verwijst naar de Koude Oorlog, die direct volgde op de Tweede Wereld Oorlog en de wereld in twee kampen verdeelde.
Tussen het geruis de onverstaanbare kreten van een Russische Kosmonaute uit 1961, opgevangen door radio amateurs. Plotseling stopt haar stem. Naar men zegt voor altijd...

Deze opgevangen geluiden van het succesvolle Russische ruimtevaartprogramma wakkerde
angstgevoelens bij het Westen aan. Het Amerikaanse propaganda systeem versterkte de geruchten dat de opgevangen geluiden de wanhopige stemmen waren van Russische Kosmonauten die uit koers waren geraakt.
Een macaber symbool voor de Dood: Eeuwig reizen in een nimmer eindigende ruimte.

Paul Donker Duyvis



Memorial Opening 7 Mei 2010
Концептуальный арт - работа" Монумент" посвящена советским космонавтам, погибшим в космосе
foto: Marina Pobedimova


Memorial Opening 7 Mei 2010
Концептуальный арт- работа посвящена советским космонавтам погибшим в космосе (Conceptueel kunstwerk "Monument" gewijd aan Sovjet kosmonaute die stierf in de ruimte)
foto: Marina Pobedimova
. . .
OPENINGSWOORD DOOR STAATSSECRETARIS AAD NUIS
BIJ DE OPENING VAN DE EXOPOSITIE VAN
PAUL DONKER DUYVIS / KUNSTENAARSINITIATIEF STICHTING SAFE.

Vorige week presenteerde ik in de gerestaureerde kerk van Abcoude het werkplan Op de Bres. Een plan om tot het jaar 2000 een fors deel van de achterstand in de monumentenrestauratie in te lopen. Het kabinet heeft een flink bedrag uitgetrokken voor die inhaalslag omdat monument- en een zo essentiÎle bijdrage leveren aan ons leven. Een monument werkt in op zijn omgeving. Negatief als het in verval is. Passief als er niets mee gebeurt. Positief als we er iets mee doen. Dan kunnen monumenten een buurt halen. Het leven van mensen verrijken. Historische diepte geven aan het kunstwerk dat Nederland heet. Een kunstwerk waarin mensen moeten kunnen leven en ademen, waarin ze niet zitten opgesloten achter muurtjes, waarin iedereen overal vrij kan rondlopen. Dat geldt zowel voor onze oude monumenten; de kerken, de molens, boerderijen en beschermde stadsgezichten als voor de moderne monumenten die vaak herinneren aan de industrialisatie en de periode van de opbouw van Nederland. En de opening van dit kunstenaars- initiatief vandaag bewijst dat dat zelfs kan gelden voor die serie monumenten die vrijwel onzichtbaar verspreid door Nederland liggen.
Al had ik die categorie niet in gedachte toen ik in Abcoude dat werkplan presenteerde: De monumenten van de koude oorlog. Jong nog in levens- jaren, in tegenstelling tot de oudere bouwkunst vrijwel noodzakelijk onverwoestbaar, maar desalniettemin monumentaal omdat ze ons herinneren aan de periode waarin de wereld balanceerde op het randje van totale vernietiging op het wankele machtsevenwicht van de twee grootmachten. Ze werden tegen beter weten in gebouwd. In de hoop dat ze nooit als Arken van Noach de nucleaire zondvloed zouden moeten trotseren. In de wetenschap dat ze vrijwel zeker onvoldoende bescherming zouden bieden tegen een atoomoorlog. Maar toch als laatste redmiddel van een selectief gezelschap mocht het reddeloos uit de hand lopen. Vrijwel iedere plaats heeft nu zo'n mastodont liggen en een rampenplan om het monument nieuw leven in te blazen als het gewone leven opnieuw kans zou lopen weggeblazen te worden. De tekst van Nadine Gordimer, ik was er ook bij, in de Pieterskerk. Het was een indrukwekkende toespraak. Het was ook zo indrukwekkend omdat Nadine Gordimer als schrijfster een leven heeft doorgebracht in de strijd tegen een ander kwaad van deze eeuw, namelijk de apartheid.
Dat was eigenlijk de reden waarom ze daar was uitgenodigd. Maar daar heeft ze er ook op gewezen hoe een groot kwaad de atoombom is. Een bedreiging die altijd boven ons hoofd blijft hangen. Want iets dat een keer door mensen is bedacht, kan nooit meer door mensen worden weggedacht. Dat is het signaal dat de monumenten van de koude oorlog ons geven. Ze herinneren niet alleen aan het verleden, ze waarschuwen net zo hard voor de gevaren in de volgende eeuw.

Meestal doen ze dat in het verborgene. Onder overheidsgebouwen, gemeentehuizen, departementen, ziekenhuizen. Vaak ook als parkeergarage. Maar haast nooit functioneel en dat vind ik bijzonder aan dit initiatief in Dalfsen. Niemand van de dagjesmensen die op een zonnige namiddag de Vecht afzakt en deze mooie gemeente aandoet, heeft er enig idee van dat onder het gemeentehuis deze immense atoomschuilkelder ligt.

Slechts weinigen van u zullen een paar jaar geleden hebben kunnen bedenken dat die atoomkelder in 1995 verbouwd zou zijn tot ateliers en kunstenaarsinitiatief. Niemand zal verwacht hebben dat die herbestemming van de schuilkelder tot beeldende kunstwerkplaats de mensen nadrukkelijker dan ooit tevoren zouden confronteren met de oorspronkelijke functie van de ruimte. Wat we decennia lang hebben geprobeerd te ontkennen, wordt nu met de foto-installatie WESTERN COMFORT van Paul Donker Duyvis beklemmend aan het licht gebracht. Voor het eerst is er zo een straal van leven geslagen in de duistere kelder van onze vooruitgang.

Daarom heb ik graag de uitnodiging aanvaard om bij deze opening aanwezig te zijn. Ik ben niet gekomen om wat te brengen, maar om te kijken en omdat ik deze poging om een doodse ruimte tot leven te brengen zo waardeer. Vandaag met de kunst die refereert aan de oorspronkelijke functie van de ruimte, maar ook als plek waar beeldende kunstenaars kunnen werken en het contact zoeken met de omgeving.

Bovendien laat de gemeente Dalfsen en de provincie Overijssel met dit initiatief zien dat ook kleine gemeente broeiplaatsen kunnen zijn van cultuur. Dat het culturele leven niet alleen weggelegd hoeft te zijn voor de grotere steden of de randstad. Dat er een draagvlak gecreÎerd kan worden voor een eigen culturele infrastructuur. In dit geval rond Pim Trooster en Ton Spelbos, twee beeldende kunstenaars in een atoomschuilkelder aan de Vecht.

Safe Dalfsen, 16 december 1995 Western Comfort
Solo Expositie Paul Donker Duyvis